Een Vlaams loopbaanbeleid voor alle generaties
01/12/2005 - De Vlaamse regering heeft in de septemberverklaring aangekondigd “op korte termijn fundamentele ingrepen” te willen doen om te anticiperen op de vergrijzing. Overleg hierover in VESOC (Vlaams Economisch Overleg Comité) staat in de startblokken. De Vlaamse vakbonden gaan dit debat in met eigen prioriteiten, rond vier sporen:
- 1. Recht op werk
- 2. Meer voor jongeren
- 3. Investeren in werkbaar werk en loopbaanontwikkeling
- 4. Oudere werklozen niet aanjagen zonder reële jobperspectieven
- recht op werk en gelijke toegang tot werk: in het activeringsbeleid naar werklozen en ontslagen werknemers wordt al eens vergeten dat werkzaamheid slechts omhoog kan als er ook uitzicht is op werk;
- meer en beter werk voor de jongeren: wat federaal voorligt is ontoereikend voor de 62.000 jonge werklozen in Vlaanderen;
- een volwaardig loopbaanbeleid, voor alle leeftijden: investeren in werkbaar werk en in loopbaanontwikkeling;
- een menselijke aanpak van de oudere werklozen: niet nodeloos opjagen zolang werkgevers ze in de kou laten staan.
Kortom, we wensen geen los eindeloopbaanbeleid, maar:
- een geïntegreerd en doordacht loopbaanbeleid voor alle generaties;
- als onderdeel van een krachtig werkgelegenheidsbeleid;
- dat ook de werkgevers activeert;
- met merkelijk meer budgettaire middelen dan vandaag beschikbaar.
1. Recht op werk
De werkzaamheid kan slechts omhoog als ook de werkgelegenheid omhoog wordt gekrikt. We herhalen onze vraag naar een krachtig en coherent Vlaams werkgelegenheidsbeleid.
1° De economische onderdelen blijven ondermaats. In het bijzonder vragen we – zoals eerder afgesproken - dringend overleg over:
- een doelmatiger en breder innovatiebeleid, met hardere engagementen van het bedrijfsleven en overleg met alle sociale partners;
- een coherent industriebeleid, in overleg met alle sociale partners;
- een heropbouw van het preventieve bedrijfsbeleid, ter voorkoming van bedrijfsmoeilijkheden.
2° Tal van maatschappelijke noden smeken om meer tewerkstelling. We vragen nieuwe impulsen voor directe, gerichte tewerkstellingscreatie in non-profit, sociale economie en aangepaste tewerkstelling (sociale werkplaatsen) voor kansengroepen.
We blijven ons verzetten tegen het geldverkwistend stuntwerk met de dienstencheques voor kinderopvang, alleen maar ten behoeve van het winstbejag van de uitzendkantoren.
3° Recht op werk betekent ook gelijke kansen op werk. We vragen een grondige bijsturing, van het diversiteitsbeleid. Goede voornemens, stimulering en sensibilisering alleen zullen onvoldoende resultaten blijven opleveren als ze niet kunnen voortbouwen op een verplichte sokkel:
- een Vlaamse overheid die het voorbeeld geeft: toegang allochtonen tot de openbare sector; veralgemeende toepassing van het decreet evenredige participatie in overheid en onderwijs; resultaatverbintenissen naar allochtonen, arbeidsgehandicapten en ouderen voor nieuwe aanwervingen in alle onderdelen van de Vlaamse overheid (naar het voorbeeld van VDAB en De Lijn);
- hardhandig optreden tegen arbeidsmarktspelers die het decreet evenredige participatie naast zich neer leggen;
- een verplicht diversiteitsplan in alle Vlaamse bedrijven;
- transmissie van discriminatie door werkgevers aan Centrum Gelijke Kansen;
- sociale clausules bij beduidend meer overheidsopdrachten.
2. Meer voor jongeren
Wat federaal voorligt aan maatregelen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid blijft onvoldoende als antwoord op de gestegen jeugdwerkloosheid. De Vlaamse convenants met 13 steden/gemeenten zijn een stap vooruit, maar moet worden ingepast in een globaal Vlaams actieplan ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
We vragen:
- 3 % startbanen in Vlaamse publieke sector en de socio-profit, voorbehouden voor kortgeschoolde jongeren, met specifieke quota voor kansengroepen (allochtonen en arbeidsgehandicapten);
- een sluitend recht op werkervaring voor langdurig werkloze jongeren, vooreerst deze zonder enige beroepservaring;
- eindelijk een coherent actieplan voor een halvering van de ongekwalificeerde uitstroom, zoals afgesproken in het Pact van Vilvoorde: we moeten sinds 2001 naar 5.75 %, maar zitten nog steeds op 11 %;
- een sluitende werkgarantie voor alle 2500 deeltijds lerende jongeren zonder werkervaring;
- aangepaste opleiding van zoveel mogelijk werkloze jongeren zonder startkwalificatie voor de arbeidsmarkt tot het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar;
- een grondige herziening van het IBO-beleid (individuele beroepsopleiding), dat vandaag steeds meer jongeren langer dan nodig bij de RVA houdt (70 % IBO’ers is jonger dan 30), zonder serieuze begeleiding.
3. Investeren in werkbaar werk en loopbaanontwikkeling
Eindeloopbaanbeleid is hoe dan ook ‘te laat’ beleid. We willen een loopbaanbeleid, voor alle generaties:
- dat in een zo vroeg mogelijk stadium voorkomt dat werknemers moeten afhaken;
- dat werknemers en werkneemsters in staat stelt arbeid en privé-leven te combineren, zodat ze een volledige loopbaan kunnen opbouwen.
We willen in het bijzonder, in het verlengde van de vernieuwde doelstellingen van het Pact van Vilvoorde:
- meer werkbaar werk, dan de 52.3 % vandaag, op basis van werkbaarheidsconvenants met de sectoren;
- een Vlaams programma tot vernieuwing van de arbeidsorganisaties: volgens recent STV-onderzoek haalt vandaag slechts 50.6 % een toereikende score;
- een versterking van het zorgkrediet en van de kinderopvang, in het bijzonder ook de flexibele opvang en de occasionele opvang ten behoeve van werklozen in een traject;
- snelle toeleiding door VDAB van vervangers voor personen die tijdkrediet opnemen;
- een sterkere investering in opleiding, zowel van overheid als van bedrijven: één doelmatig Opleidingsfonds voor de bedrijven; versterking van de opleidingscheques voor werknemers; voor de werklozen afbouw van de wachtlijsten en garantie op gratis opleiding;
- verdere uitbouw van het recht op loopbaanbegeleiding en EVC (erkenning van verworven competenties);
- recht op outplacement: minimale kwaliteitsnormen, koppeling aan EVC en zonodig opleiding, versterkte samenwerking met de sectoren, activering van de werkgevers vanuit de VDAB en de SERR’s (subregionale sociale partners); bij faillissement decretale verplichting naar de curatoren om mee te werken.
4. Oudere werklozen niet aanjagen zonder reële jobperspectieven
De laatste (Belgische) aanwervingsenquête (dan nog op de krappe arbeidsmarkt van 2000) gaf aan dat slechts 4.1 % van de aangeworven personen ouder was dan 45 jaar. We vertrekken van een rechtenbenadering, die ouderen kansen geeft en in eerste instantie de werkgevers activeert:
- in elk bedrijf, in het kader van het verplichte diversiteitsplan (zie hoger), een leeftijdsbewust personeelsbeleid, met duidelijke resultaat-objectieven en een versterkt kader van diversiteitsconsulenten;
- een actieve strijd tegen onverantwoorde leeftijdsdiscriminatie: werkgevers die zich afsluiten voor ouderen worden door de VDAB gesignaleerd aan het Centrum Gelijke Kansen;
- een recht op aangepaste begeleiding, EVC en zonodig opleiding voor elke oudere werkloze;
- een doelmatig stimuleringsbeleid voor aanwerving van ouderen: selectief gericht naar de werkgevers die moeilijkst bemiddelbaren aanwerven, in het bijzonder werklozen met verminderde arbeidsgeschiktheid.
Contact
- Nora Cassiers - Persdienst - 02 506 82 43