Lessen in solidariteit
Reactie Vlaams ABVV en Vlaams ACV op de septemberverklaring van Minister-president Dewael
24/09/02 - In zijn septemberverklaring verwijst Minister Dewael naar een enquête van het VEV waaruit zou blijken dat “Vlaamse werknemers minder dan Waalse, Franse, Duitse of Ierse bereid zijn om in te leveren op hun loon, als ze daarmee jobs in hun eigen sector kunnen houden”. De Minister-president was onaangenaam verrast met deze resultaten en riep in één adem op tot “minder zelfgenoegzaamheid en egoïsme” .
Minister Dewael heeft de VEV-enquête in elk geval zeer selectief gelezen. Uit die enquête valt immers af te leiden dat Vlaamse werknemers veel meer dan bedrijfsleiders bereid zijn hun looneisen in te perken in ruil voor meer jobs.
Als Vlaams ACV en Vlaams ABVV zijn we onaangenaam verrast over de uitspraak van de Minister-president. Hierdoor wordt een beeldvorming gecreëerd van werknemers die egoïstisch zouden zijn en niet solidair met hun (naaste) collega’s. Dit is klinkklare onzin. Indien de lasten op arbeid zo hoog zijn – wat de liberalen zeker niet zullen tegenspreken - dan heeft dit precies te maken met het feit dat werknemers in Vlaanderen via hun loon heel wat bijdragen aan solidariteit (via de sociale zekerheid) met hun collega’s.
Mogen we er de Minister-president ook op wijzen dat wij als vakbonden de verdedigers zijn van solidariteit op een zo ruim mogelijk niveau, ook met de Waalse werknemers, via interprofessionele akkoorden, die gelden voor heel het land.
Het stuit ons bovendien tegen de borst dat Minister Dewael zich mengt in het interprofessioneel federaal overleg over de loonontwikkeling voor de komende twee jaar. Bovendien kiest hij daarbij éénzijdig voor het werkgeversstandpunt.
Laat ons duidelijk wezen. We delen de bekommernis van de Minister-president over de solidariteit . Maar als Vlaams ABVV en Vlaams ACV zijn we ook voor de solidariteit tussen hoge inkomens en vermogens en lage inkomens in Vlaanderen.
Precies daarom vragen we aan de regering en het Vlaams parlement dat ze de forfaitaire bijdrage voor de zorgverzekering onmiddellijk omzet in een inkomensgerelateerde bijdrage. Waar blijft de solidariteit anders?