Begroting 2003: een gemiste kans voor werkgelegenheid

23/09/02 - De belangrijkste elementen van de Vlaamse begroting voor 2003 zijn inmiddels bekend. Daarin zitten een aantal positieve elementen: extra-middelen voor het ecologiefonds, versnelde aanpak van de ‘zwarte’ verkeerspunten, middelen voor extra-plaatsen in rusthuizen en gehandicapteninstellingen… Vlaams ACV en ABVV stellen echter vast dat daarvoor wordt geput uit de reserves (Fonds voor Eenmalige Uitgaven), deels gespijsd door niet- of niet-tijdige uitvoering van vroegere beleidsvoornemens. Dit roept de vraag op hoe een aantal nieuwe beleidsaccenten de komende jaren zullen kunnen verdergezet worden.


Voor het Vlaams ABVV en ACV zijn in het bijzonder drie elementen in de begroting 2003 niet verdedigbaar.

1° Het probleem van de stijgende werkloosheid wordt geheel miskend. De stijging op jaarbasis blijft boven de 10 %. Sinds september 2001 is het aantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen zelfs met 17.9 % gestegen en bij de jongeren (-25 jaar) met maar eventjes 24.6 %. Opnieuw werden in diverse bedrijven herstructureringen en collectieve afdankingen aangekondigd. De langdurige werkloosheid (1 à 2 jaar) zit opnieuw in de lift.
Het is niet aanvaardbaar dat de Vlaamse regering hiervoor geen extra-middelen voorziet.
Van nieuwe beleidsmaatregelen is ook al geen sprake. We vragen op korte termijn extra-middelen en een concrete strategie voor de strijd tegen de werkloosheid.
Vlaams ACV en ABVV vragen dat er extra-budget komt voor de strijd tegen de werkloosheid, te besteden op basis van overleg in SERV en VESOC over een nieuw werkgelegenheidsakkoord.

2° De forfaitaire verhoging van de bijdrage aan de zorgverzekering, zonder enige rekening te houden met de draagkracht, is onaanvaardbaar. Zo worden de lagere inkomens twee keer getroffen. Zij zien de vruchten van de belastinghervorming verhoudingsgewijs meer naar de hogere inkomens vloeien. En zij moeten onevenredig bijdragen bij nieuwe lasten.
Vlaams ABVV en ACV vragen dat reeds vanaf 2003 een begin wordt gemaakt van een inkomensgebonden financiering.

3° De moeilijkheden inzake combinatie van arbeid en gezin krijgen nauwelijks nog aandacht. Er komen weinig of geen extra-middelen voor de verdere uitbouw van kinderopvang. En het in VESOC afgesproken budget voor de aanmoedigingspremies voor het zorg- en het opleidingskrediet wordt met meer dan een derde verminderd.
In het kader van de verhoging van de activiteitsgraad vragen Vlaams ACV en ABVV een substantiële verhoging van het budget voor buitenschoolse en flexibele kinderopvang en minstens een herstel van het in VESOC overeengekomen budget voor de aanmoedigingspremies.

Vlaams ABVV en ACV stellen vast dat het enige belangrijke initiatief op sociaal-economisch gebied de extra-middelen voor onderzoek en ontwikkeling zijn. De vraag naar doelmatigheid wordt echter niet gesteld:
- een evaluatie van de vorige ‘inhaalbeweging’ is tot nog toe uitgebleven;
- een hefboomeffect voor meer investeringen vanuit het bedrijfsleven is twijfelachtig; veeleer zal het een gedeeltelijke compensatie zijn voor de minderinvesteringen vanuit de bedrijven zelf (inz. telecomsector).
De besteding moet daarom gebeuren in functie van doelmatigheid enerzijds en prioriteiten inzake duurzame ontwikkeling anderzijds en dit op basis van een grondige evaluatie van wat het meest heeft gewerkt in de vorige programma’s. En ze moet worden gekoppeld aan harde engagementen vanuit het bedrijfsleven zelf.