Werkgevers ontbreken in het werkgelegenheidsplan van het VEV

17/09/03 - Ter voorbereiding van de federale werkgelegenheidsconferentie stelden het VEV en de Kamers van Koophandel (VOKA) een werkgelegenheidsplan op, naar verluidt op basis van een bevraging van de ondernemingen. Daarin stellen ze een set van maatregelen voor op federaal vlak en op Vlaams niveau.


De rode draad doorheen het VEV verhaal laat zich het best samenvatten onder de noemer
“minder overheid, minder (sociale) regelgeving, minder sociale bescherming en minder werknemersinspraak”:


- minder overheid

“verhoging van het aantal banen bij de overheid en in de gesubsidieerde sector is géén zinvolle optie” stelt het VEV, dat ook een BTW-verlaging wil, de opleiding en toeleiding van werkzoekenden voortaan wil overlaten aan de privé-sector; minder milieuheffingen voorstelt, een verlaging  van ‘resultaatonafhankelijke’ belastingen…

- minder sociale zekerheid

zegt het VEV en dus het wegsnijden van 6 miljard euro inkomsten (“onze RSZ-concurrentiehandicap” volgens het VEV)

 - minder sociale regelgeving

overuren mogen niet langer gerecupereerd worden volgens het VEV; ook bedienden moeten op economische werkloosheid kunnen gezet worden; het Rosetta-startbanenplan moet afgeschaft worden…

- minder inspraak van de werknemers

het VEV wil uitzendarbeid niet meer afhankelijk maken van werknemersinspraak en wil de afschaffing van de sociale balans.

 

De “bevraging” van de achterban geeft misschien een licht - wetenschappelijk tintje aan de VEV uitspraken, maar kan niet verhelen dat hun discours vooral ideologisch is.

Het VEV kiest hier voor de vlucht vooruit, waarbij de andere werkgeversorganisaties en de liberale partij worden aangepord om even ferm uit de hoek te komen.

Dit verontrust het Vlaams ABVV. Dergelijke “tactische” manoeuvres kunnen het slagen van de conferentie bemoeilijken.

Bijzonder pijnlijk is de vaststelling dat elke verwijzing naar enig engagement van de werkgevers zelf totaal ontbreekt in de uitspraken van het VEV.

De werkgevers zijn “lijdend” voorwerp, nemen geen actieve rol op zich. 

Nochtans spreken de statistieken en (andere) wetenschappelijke studies voor zich: er gebeuren onvoldoende investeringen in opleiding van werknemers en in innovatie en onderzoek; er zijn onvoldoende stageplaatsen voor deeltijds lerenden; er is onvoldoende interesse van de bedrijven voor tewerkstelling van kansengroepen…

Allemaal feiten waar de werkgevers zelf iets kunnen aan veranderen!

Het Vlaams ABVV gaat met een positieve ingesteldheid naar de voorbereidende vergaderingen op gewestelijk niveau voor de federale werkgelegenheidsconferentie, maar het verwacht ook dat de werkgevers in Vlaanderen zich engageren.

Contact

  • Jean-Marie De Baene - Diensthoofd - 02 506 82 23