Voorstellen voor het Vlaams werkgelegenheidsoverleg

08/11/04 - De Vlaamse regering komt uit de startblokken. Zopas heeft ze haar begroting voor 2005 en de beleidsnota’s van de ministers aan het parlement voorgelegd. Ze gaf te kennen dat ze voorstander is van overleg met de sociale partners, op korte termijn over een nieuw werkgelegenheidsakkoord, op iets langere termijn over ruimere sociaal-economische thema’s. Vlaams ABVV en ACV zijn sterk vragende partij voor dit overleg en hebben hun eisen grondig voorbereid en overlegd in hun instanties.


Onze eisen voor een nieuw werkgelegenheidsakkoord

Vlaams ACV en ABVV willen een volwaardig Vlaams werkgelegenheidsakkoord voor 2005 en 2006:
- dat er tijdig genoeg komt om het overleg in de sectoren en sectorfondsen over Vlaamse materies te oriënteren
- dat een krachtig antwoord geeft op de stijgende werkloosheid
- dat vooruitziend genoeg is, in functie van de werkgelegenheidsdoelstellingen van het Pact van Vilvoorde voor 2010
- met een budget voor twee jaar (in plaats van enkel € 24 miljoen voor één jaar)
- en met voldoende budget voor verlenging van de maatregelen uit vorige akkoorden.

Wegens de beslissing van de Vlaamse regering om het (overheidsaandeel in het) akkoord te beperken tot het arbeidsmarktbeleid, willen we concrete vooruitgang op zeven domeinen.

Een sprong voorwaarts in het alternerend leren

Op voorstel van de vakbonden is in 2003 een brede consensus bereikt over de herwaardering van het alternerend leren (Platformtekst). 
Het is nu tijd voor krachtdadige actie:
- sluitende werkgarantie voor alle jongeren in het deeltijds onderwijs, met een duidelijker engagement van het bedrijfsleven
- voortrajecten voor jongeren die nog niet aan werk toe zijn
- integratie van de stelsels en statuten
- volwaardige certificatie.

Remediëren van de ongekwalificeerde uitstroom

Op Europees en Vlaams niveau (Pact van Vilvoorde) werd afgesproken de ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs te halveren. Dat moet eerst gebeuren vanuit het onderwijs (zie 1.) en zo dit niet lukt, direct na het verlaten van de school.   
Voor ongekwalificeerde werkloze schoolverlaters moeten, samen met de sectoren, trajecten worden uitgebouwd om ze alsnog een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te bezorgen (beginnend beroepsbeoefenaar).

Recht op opleiding en tewerkstelling voor langdurig werklozen

Na jaren vakbondsdruk heeft de VDAB eindelijk de middelen voor een systematische begeleiding van de langdurig werklozen.   
Die begeleiding heeft echter maar zin als er concrete (aangepaste) doorstroom- en uitstroommogelijkheden zijn: naar opleiding, naar werkervaring, naar tewerkstelling. 
We willen:
- meer kwalificerende opleidingen voor langdurig werklozen, in het bijzonder naar knelpuntberoepen (cfr. de vormingsafspraak van de federale sociale partners over 10.000 knelpuntopleidingen)
- een sterke groei van het aantal werkervaringsplaatsen (WEP-plus)
- meer tewerkstellingsmogelijkheden, in het bijzonder ook in de sociale economie en de buurt- en nabijheiddiensten
- een sterker engagement van het bedrijfsleven naar langdurig werklozen.

Voorkomen en begeleiden van werknemers in moeilijkheden

We willen een krachtiger antwoord op de golf van herstructureringen en in het bijzonder:
- de uitbouw van een volwaardig beleid voor preventie van faillissementen en collectieve afdankingen (“preventief bedrijfsbeleid”)
- een versterking van het Herplaatsingfonds, met een actievere rol voor de curatoren, snellere procedures en een breder bereik.

Meer werkbaar werk in Vlaanderen

De eerste Vlaamse werkbaarheidsmeting door de sociale partners (STV Arbeid & Innovatie) gaf aan dat het droevig gesteld is met de kwaliteit van de arbeid. 48 % van de werknemers ervaart terzake ernstige problemen.    Het Pact van Vilvoorde beoogt een substantiële verhoging van de werkbaarheidsgraad. Zonder dat lukt een verhoging van de werkzaamheidsgraad nooit.    
Daarom:
- verzetten we ons tegen een afbouw van het stelsel van aanmoedigingspremies; we willen integendeel gerichte versterkingen
- willen we concrete engagementen van sectoren en bedrijven om de werkbaarheid op te trekken: sectorale pilootprojecten en concrete acties naar bedrijven
- willen we meer inspanningen van de bedrijven inzake woon-werkverkeer (inz. meer bedrijfsvervoerplannen)
- verwachten we van de overheid bijkomende plaatsen in de buitenschoolse kinderopvang.

Krachtige stimulansen voor meer levenslang leren

De deelname van Vlaamse volwassenen aan levenslang leren geraakt slechts moeizaam opgekrikt: van 7,4 % in 2001 naar 7,6 % in 2003 (gemeten over 4 weken). Aan zo’n slakkengang bereiken we nooit de Europese 12,5 % doelstelling voor 2010.  
Intussen bestaat er trouwens ook de vormingsafspraak onder de (federale) sociale partners om de deelname van werknemers aan vorming op te krikken van 31 % naar 50 % (gemeten op jaarbasis).

We willen daarom:
- een verdere uitbouw van het stimuleringsbeleid naar werknemers: met het vorige Vlaamse akkoord werd een belangrijke stap vooruit gezet (opleidingscheques). Kwestie is nu vooral de sporen van loopbaanbegeleiding, uitwisselbaarheid en certificatie (titels voor beroepsbekwaamheid) uit te bouwen, met voor EVC (erkenning verworven competenties) een centrale rol voor de sociale partners
- een doelmatiger overheidsbeleid naar bedrijven:
 veralgemening opleidingsplannen, versterking sociale dialoog over       opleiding, één Opleidingsfonds voor subsidies aan bedrijven en focus op ondervertegenwoordigde groepen
- eindelijk een Vlaams actieplan tegen laaggeletterdheid.

Meer diversiteit in de bedrijven

De voorbije jaren werd, in het verlengde van het Pact van Vilvoorde - in het bijzonder met de Platformteksten voor allochtonen en arbeidsgehandicapten -  de basis gelegd voor een actief integratiebeleid op de arbeidsmarkt.  

Het is nu kwestie dit ook effectief uit te voeren:
- meer en betere diversiteitplannen in bedrijven, als stap naar een veralgemening van de diversiteitaanpak in alle ondernemingen en organisaties
- sterke sectorale engagementen
- uitvoering van het VESOC - actieplan arbeidsgehandicapten
- een sterke voorbeeldfunctie van de overheid: eindelijk toegang van allochtonen tot het openbaar ambt
- een eigen verantwoordelijkheid voor bedrijven in het eindeloopbaandebat: meer leeftijdsbewust personeelsbeleid, meer opleidingskansen voor ouderen en een ingrijpende actie tegen discriminatie op basis van leeftijd bij aanwervingen.

Onze voorstellen voor een werkgelegenheidsoverleg op (iets) langere termijn

Om de werkzaamheidgraad op te krikken zijn ook bijkomende maatregelen nodig die onze economische structuur versterken.

We eisen daarom overleg rond drie sporen:

1.  Een strategisch innovatie- en industriebeleid

In de beleidsnota van de minister van economie wordt een Vlaams innovatiebeleidsplan aangekondigd, dat in overleg tot stand zal komen en dat zal vertrekken van een strategische visie over de vraag waar we naartoe willen met onze economie. Dit is positief, maar we willen dat deze vage intentieverklaring concreet wordt uitgewerkt:
- bijkomende investeringen in (hoger)onderwijs
- betere spreiding van de onderzoeksinspanning over alle bedrijven
- bredere visie op innovatie, die verder reikt dan technologieontwikkeling, maar die ook oog heeft voor de sociale en arbeidsorganisatorische vernieuwing.

We willen dat eindelijk ook werk wordt gemaakt van een vernieuwd industrieel beleid. Dit krijgt zowel in het regeerakkoord als in de beleidsnota-Economie een al te stiefmoederlijke behandeling.

2.   Een radicale keuze voor een omgevingsbeleid

Het economisch overheidsbeleid dreigt opnieuw een te grote nadruk te leggen op financiële bedrijfssteun: bedrijfsvriendelijker (gemeentelijke) fiscaliteit, mogelijke versoepeling expansiesteun…
ACV en ABVV verwachten dat de schaarse overheidsmiddelen op een meer effectieve manier worden ingezet, via:
- een versterkt mobiliteitsbeleid, met aandacht voor de ontsluiting van industrieterreinen
- een streekontwikkelingsbeleid met voldoende middelen om de streekpacten uit te voeren
- een duurzame inrichting van industrieterreinen
- performante overheidsdiensten.

3.   Investeren in dienstverlening

De Gemeenschappen moeten een cruciale rol spelen in het kader van de huidige fundamentele vraagstukken inzake verhogen van de werkbaarheid en aanpak van de vergrijzing.
Binnen de beperkte marges voor nieuw beleid willen we dat ook in de toekomst maximale aandacht gaat naar de uitbouw van de social profitdiensten, onder meer thuiszorg en kinderopvang. ABVV en ACV vragen daarbij aandacht niet alleen voor de voorzieningen zelf, maar ook voor een kwalitatief personeelsbeleid.

Contact

  • Jean-Marie De Baene - Diensthoofd - 02 506 82 23

Zoek op trefwoord

alternerend leren diversiteit innovatie opleiding sociaal overleg