Geen nieuwe nepstatuten voor jongeren

24/01/2012 Persbericht - Flexibele arbeidscontracten voor jongeren die moeilijk aan de slag geraken. Het Vlaams ABVV is erg ongerust over dit voorstel van federaal minister van Werk Monica De Coninck. Wat zijn onze alternatieven?


Vandaag pleit federaal minister van Werk Monica De Coninck in de pers voor flexibele arbeidscontracten voor jongeren die moeilijk aan de slag geraken. Het Vlaams ABVV vindt het noodzakelijk dat de minister het lot van deze jongeren ter harte neemt, maar vreest dat haar voorstellen tot een nieuw nepstatuut zullen leiden, waarmee noch de jongeren zelf noch de werkgevers gediend zullen zijn.

In een interview met La Libre Belgique vandaag vertelt federaal minister van Werk De Coninck over haar plannen voor jongeren die geen werk vinden. Ze wil hen enerzijds een verplichte stage aanbieden onder de vorm van “zeer flexibele contracten van 6 tot 8 maanden die de werkgever heel snel kan opzeggen”. Anderzijds wil ze jongeren die heel ver af staan van de arbeidsmarkt inschakelen in maatschappelijke dienstverlening.

“Het is meer dan noodzakelijk dat er wordt nagedacht over tewerkstellingsmogelijkheden voor jongeren, want dat missen we in het federaal regeerakkoord dat enkel over het beperken van de wachtuitkering spreekt,” zegt Caroline Copers, algemeen secretaris van het Vlaams ABVV. “Maar we vinden het geen goed idee om nieuwe nepstatuten voor jongeren te creëren. Er bestaan in Vlaanderen al voldoende andere statuten, zoals IBO en WEP+. Bovendien moeten ook de werkgevers investeren in de opleiding van jongeren.”

Volgens het Vlaams ABVV organiseert de minister zo de onzekerheid, en bieden haar voorstellen geen perspectief op het behalen van kwalificaties of op een duurzame tewerkstelling, terwijl het daar net mangelt bij jonge langdurig werklozen.

Het is ook geen oplossing voor de vele knelpuntberoepen, want bedrijven die daarmee kampen, hebben geen nood aan tijdelijke medewerkers die ze snel kunnen ontslaan, maar net aan gekwalificeerde medewerkers die duurzaam ingeschakeld kunnen worden.

Voor jongeren die zeer ver af staan van de arbeidsmarkt wordt er dan weer beter een beroep gedaan op jobs in de sociale economie, omdat zij ook recht hebben op een echt werknemersstatuut en een goeie omkadering.

Gezien de nakende bevoegdheidsoverdracht vragen we de minister tot slot hierover overleg te plegen met zowel de gewesten als de sociale partners.

Lees ook

Zoek op trefwoord

werkgelegenheidsbeleid