Bekaert: sociaal drama

3/02/2012 Persbericht - Het sociaal drama bij Bekaert mag niet op cynische manier misbruikt worden om te pleiten voor sociale afbraak. Een gezond economisch beleid investeert in mensen.


Loonkost was niet het probleem

“Deze herstructurering heeft niets te maken met de loonkosten in België, noch met de energiekosten of de efficiëntie van Belgische werknemers.”

Veel duidelijker dan dit kon Bekaert-CEO Bert Degraeve de persconferentie waarop hij het verlies van 600 Belgische en 1250 Chinese jobs bij de staaldraadgigant aankondigde niet openen.

Toch wordt dit sociaal drama aangegrepen om opnieuw de mantra van het loonkostenverhaal af te steken en te pleiten voor armoedeverhogende maatregelen naar Duits model (onder meer door Jo Libeer in De Tijd en Geert Noels in De Standaard).

Voor iedereen die het wil zien, is het nochtans duidelijk dat het drama bij Bekaert niets te maken heeft met een zogenaamd falend overheidsbeleid, maar met ernstige interne inschattingsfouten met betrekking tot de productportfolio.

Het is daarbij ronduit wrang om vast te stellen dat in het vette jaar 2010 de aandeelhouders hun dividend met 70% zagen stijgen tot 100 miljoen euro, terwijl 600 Belgische werknemers het gelag mogen betalen voor het magere jaar 2011. De vrije markt laat zich weer eens van haar beste kant zien.

Lakmoesproef voor het loopbaanbeleid

In de pers zijn velen optimistisch over de tewerkstellingskansen van het getroffen personeel. We kunnen enkel hopen dat deze verwachtingen zich zullen realiseren.

Veel zal afhangen van de mate waarin Bekaert in het verleden heeft durven investeren in de competenties van zijn personeel en van de bereidheid bij andere werkgevers om ook de oudere Bekaertwerknemers een nieuwe kans te geven.

Veel interessanter dan de passe-partoutoplossingen van de werkgeversorganisaties is de discussie over de efficiëntie van het Vlaamse economische ondersteuningsbeleid. Het Vlaams ABVV pleit reeds lang voor een grondige evaluatie en voldoende transparantie van het bestaande Vlaamse steuninstrumentarium. Een vraag die werd overgenomen door de SERV, maar bij de regering op een muur van stilte botste.

Er is dringend nood aan een duidelijke rode draad doorheen het Vlaamse subsidiebeleid. Deze rode draad kan niets anders zijn dan volop inzetten op de enige grondstof die Vlaanderen rijk is: haar werknemers. Daarom moet elke Vlaamse steunmaatregel gescreend worden op de mate waarin zij bijdraagt tot het verhogen van de kwantiteit, maar vooral ook de kwaliteit van de tewerkstelling in Vlaanderen. Met kwaliteit bedoelen we de werkbaarheid en de opleidingskansen in een bedrijf.

Liever slim investeren dan lomp afbreken

Het geval Bekaert toont aan dat vandaag de dag elk bedrijf kan geconfronteerd worden met het plotse wegvallen van een markt.

Als werknemers nergens meer zeker kunnen zijn van hun job, dan is het de plicht van elke werkgever om te investeren in de opleiding en hertewerkstellingskansen van zijn personeel. Tien jaar geleden werd in het IPA afgesproken dat jaarlijks 1,9% van de loonmassa naar opleiding zou gaan. Vandaag wordt deze doelstelling nog steeds niet benaderd. Een doordacht steunbeleid maakt daarom van investeringen in opleiding een conditio sine qua non.

Wat specifiek de innovatiesteun betreft wordt het belangrijk om het perspectief van het individueel bedrijf met een individueel project te verlaten. Door volop in te zetten op duurzame innovatiesystemen is men beter ingedekt tegen het falen van een individueel bedrijf.

Innovatiesteun aan multinationals dient dan ook niet alleen gepaard te gaan met duidelijke tewerkstellings- en opleidingsvoorwaarden, maar ook met concrete samenwerkingsengagementen met lokale kennisinstellingen en KMO’s.

Het Vlaams ABVV is steeds bereid geweest om bij de discussie over een nieuw industrieel beleid aan te gaan, maar pleit ervoor om hierbij een open geest aan te houden en de karikaturen achterwege te laten.

Lees ook

Zoek op trefwoord

industrie