Memorandum Vlaams ABVV

Aan de toekomstige Vlaamse regering en Vlaams parlement (verkiezingen 25 mei 2014).


Vijf eisen op een rijtje

 1. Een sterke sociale bescherming en een rechtvaardige Vlaamse fiscaliteit

Garandeer een behoefte dekkende financiering van sociale bescherming (kinderbijslag, ouderenzorg, zorgverzekering…) en betrek de sociale partners structureel bij het beheer en de uitvoering ervan: door de oprichting van een Agentschap Sociaal beleid beheerd door sociale partners en overheid en door de sociale partners te betrekken bij de uitvoeringsagentschappen zoals Kind en Gezin en het Zorgfonds.

Programmeer een uitbreiding van het zorg- en welzijnsaanbod. Vermits het om Sociale Diensten van Algemeen Belang, gaat moeten dit niet-commerciële initiatieven zijn.

Garandeer de toegang tot het zorg- en welzijnsaanbod door bijdragen te koppelen aan inkomen en vermogen (zoals een inkomensgerelateerde bijdrage aan de zorgverzekering) en door rekening te houden met zorgafhankelijkheid (door maximumfacturen te hanteren bij thuiszorg en residentiële ouderenzorg).

Garandeer de continuïteit in de uitbetaling van de kinderbijslag. Alle kinderen geven onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag, maar voor kinderen waarvan de ouders een laag inkomen hebben én in een kwetsbare sociale situaties verkeren (alleenstaande ouders, werklozen, gepensioneerden, personen met een handicap) moeten zich ook in de toekomst verzekerd zien van sociale toeslagen!.

Maak werk van een meer rechtvaardige regionale fiscaliteit door:

  • De progressiviteit in de personenbelasting te versterken door de uitgebreide fiscale autonomie en de regionale opcentiemen te benutten.
  • De woonbonus bij te sturen zodat jonge starters en gezinnen met lage inkomens het grootste voordeel genieten.
  • De registratierechten voor een tweede, derde of volgende woning op te trekken.
  • De prijs van de dienstencheques moet verder worden aangepast zodat die in verhouding staat met de dienstverlening die geboden wordt. O.a. hiermee moet een budgettaire ruimte gecreëerd worden om de loon- en arbeidsvoorwaarden te verbeteren.
  • De successie- en schenkingsrechten voor grote vermogens op een rechtvaardige wijze op te trekken, evenals voor de overdracht van familiebedrijven.
  • Een fiscaal regime in te voeren voor bedrijven die onvoldoende innoveren (‘stilstandtaks’) en de leegstandsheffing op bedrijventerreinen en bedrijfsgebouwen te verhogen.
  • Een sociaal rechtvaardige vergroening van de fiscaliteit door te voeren, met aandacht voor de negatieve effecten op de koopkracht van de sociaal economisch zwakste groepen.

2. Meer job- en loopbaanzekerheid

Versterk de rechten van werknemers op loopbaanbegeleiding, educatief verlof en tijdskrediet, zodat een loopbaan van 40 jaar werkbaar wordt;

Versterk het diversiteitsbeleid door meer dwingende maatregelen over het aanwervingsbeleid van bedrijven – goed omkaderde en opgevolgde diversiteitsplannen en quota – en investeer in sociale economie.

Focus in het doelgroepenbeleid in de eerste plaats op kortgeschoolden gezien dit de grootste drempel is in het zoeken naar werk. Heroriënteer de overgedragen middelen van doelgroepen (RSZ-kortingen, activering van uitkeringen) maximaal naar opleiding van werkzoekenden via de VDAB en in samenwerking met de sectoren, behalve wanneer de link met effectieve tewerkstelling aantoonbaar is.

Garandeer eindelijk een leerwerkplek voor elke jongere in het deeltijds beroepsonderwijs én een werkervaring voor alle jongeren die ongekwalificeerd de school verlaten.

Maak werk van een billijker rechten- en plichtenverhaal voor werklozen.

Voer een ambitieus gelijke-kansenbeleid in het onderwijs en realiseer hiertoe in overleg met alle belanghebbenden – waaronder het personeel – de onderwijshervorming die de vorige Vlaamse regering heeft ingezet.

Erken de vakbond als hét loopbaanloket voor werknemers en werkzoekenden.


 3. Een meer duurzame economie

Ga resoluut voor een duurzame relance op weg naar een andere economie. Zet in op een klimaatneutrale economie, een kringloopeconomie en een andere mobiliteit.

Zet alle maatschappelijke en economische krachten aan het werk in het kader van die transitie naar een duurzame economie. De uitdagingen zijn zo groot dat er juist meer sturende overheid, meer maatschappelijke creativiteit, meer sociaal ondernemerschap en meer langetermijndenken bij bedrijven nodig is om ze aan te pakken. Erken de belangrijke rol die de overheid hier moet spelen. Stimuleer sociaal en coöperatief ondernemen. Voorzie bij deze transitie een belangrijke rol voor overlegde sectorplannen en voor bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.

Moedig consumenten en werknemers aan tot duurzaam gedrag, onder meer via onderhandelde mobiliteitsbudgetten die het aantal bedrijfswagens effectief moeten helpen verminderen, en via rechtvaardige stimuli voor energiebesparing en hernieuwbare energie.


4. Een performante overheid

Voorzie bijkomende middelen via de regionale fiscaliteit door een rechtvaardige inspanning te vragen aan grote vermogens (successie- en schenkingsrechten) en door bedrijven te responsabiliseren in de transitie naar een duurzamer economie (leegstandsheffing, stilstandsheffing).

Spreid de besparingsafspraken op de nieuwe bevoegdheden over het geheel van de beleidsdomeinen, maar ontzie daarbij de sociale uitgaven zoals: sociale bescherming en welzijn, loopbaanbeleid, onderwijs.

Vermijd lineaire besparingen en maak binnen de overheidsdiensten werk van overlegde plannen om de kwaliteit en de efficiëntie van dienstverlening te verhogen.

Zet in op herverdeling en gelijke kansen in alle beleidsdomeinen. Pas consequent de armoedetoets toe.


5. Maak de juiste keuzes in overleg

Geef het middenveld een stem bij de voorbereiding van het beleid en betrek het middenveld bij de beleidsuitvoering: door strategische adviesraden vroeger te betrekken bij de opmaak van beleidsmaatregelen en door vertegenwoordigers van het middenveld een plaats te geven in de beheerinstanties van Agentschappen.

Betrek de sociale partners bij het beheer van de sociale bescherming.

Valoriseer het sociaal overleg in SERV en VESOC: door het kader te bieden voor 2-jaarlijkse werkgelegenheidsakkoorden, door sectorafspraken te versterken via sectorconvenanten en door een versterkt VESOC-overleg over strategische beleidsopties inzake arbeidsmarktbeleid, economie en sociale bescherming.


  •  Meer achtergrond en toelichting bij deze eisen in de download hieronder:

Downloads

Lees ook

Zoek op trefwoord

verkiezingen Vlaams Parlement