Waar blijft Vlaanderen in het debat over werkbaar werk?

21/04/2016 Persbericht - De discussie over werkbaar werk woedt hevig op het federaal niveau. Maar wat doet Vlaanderen ondertussen rond werkbaar werk?


“Vooral alles afschaffen blijkbaar,” zegt Caroline Copers, algemeen secretaris van het Vlaams ABVV. “De federale regering verdraait werkbaar werk naar wendbaar werk voor de werkgevers, Vlaanderen gooit ondertussen de bevoegdheden die ze erbij krijgt in de prullenmand!”

Vlaamse afbraakpolitiek

“Nochtans is  werkbaar werk zeker ook een Vlaams thema. Met het Pact 2020 hebben de sociale partners op Vlaams niveau zelfs een concreet groeipad uitgetekend om de werkbaarheid te verhogen tegen 2020. De voorbije Vlaamse regeringen hebben daar ook tot op zekere hoogte werk van gemaakt. Sinds 2014 zien we echter dat er systematisch geschrapt wordt in alle maatregelen die ook maar iets met werkbaar werk te maken hebben,” zegt Copers.

Een klein overzicht van de belangrijkste betrokken maatregelen:

1) Beperkingen loopbaanonderbreking ambtenaren (inclusief ook de afschaffing van de  landingsbanen voor wie het wat later in de loopbaan rustiger aan wil doen): 24 miljoen euro.

2) Het Ervaringsfonds, waarbij bedrijven projecten konden indienen om werk te maken van werkbaar werk werd afgeschaft. Ook de  overstappremie voor oudere werknemers die zich met loonverlieswillen heroriënteren van zwaar naar lichter en werkbaarder werk wordt afgeschaft:  5,8 miljoen euro.

3) Stevige besparingen in de opleidingscheques, waarmee werknemers zelf aan hun competenties kunnen werken (opleidingsmogelijkheden en zelfontplooiing zijn één van de parameters om werkbaar werk te meten): ongeveer 5 miljoen euro ten gevolge van de laatste hervorming, terwijl er de jaren voordien ook al een 10 miljoen euro werd bespaard.

4) Afschaffing van de Addenda Werkbaar Werk bij de sectorconvenants (waarbij sectoren middelen kregen om projecten te realiseren): 4,8 miljoen euro.

5) Hervormingen in de Vlaamse aanmoedigingspremies voor Vlamingen die het federale tijdskrediet opnemen: minstens 10 miljoen euro op vandaag.

“Het is niet overdreven om hier te spreken van een afbraakpolitiek,” reageert Caroline Copers. “Sinds het aantreden van deze regering is het beleid rond werkbaar werk, nochtans ooit een Vlaams speerpunt, totaal onbestaande.  Geen wonder dus dat de Vlaamse regering afwezig is in het publieke debat over werkbaar werk. Er worden in dat verband in Vlaanderen tegenwoordig alleen maar zaken afgeschaft. De in totaal 50 miljoen euro besparingen op werkbaar werk zullen we met z’n allen in veelvoud cash terug moeten betalen aan uitgaven in de gezondheidszorg voor mensen die uitvallen omdat ze de werkdruk niet meer aankunnen.”

Aanval op de aanmoedigingspremies

Het meest frappante voorbeeld vinden we in de aanmoedigingspremies. Wie in Vlaanderen werkt, kan gebruik maken van de federale mogelijkheden om tijdelijk minder te gaan werken en kan daarbij van de Vlaamse overheid een stimulanspremie krijgen. Tijdelijk minder gaan werken betekent immers een financieel verlies. Naargelang je loon kan dat een doenbaar verlies, een serieuze inspanning of een onoverkomelijke hindernis zijn. 

In Vlaanderen zijn er (cijfers 2015) 207.000 mensen die om één of andere reden tijdelijk minder gaan werken via de maatregelen van de RVA. Zo’n 74.000 van hen krijgen daarbij ook een Vlaamse aanmoedigingspremie.

“De plannen die  Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) nu naar voren schuift voor een hervorming van het systeem, zijn de voorbode van een algemene aanval op die aanmoedigingspremies,” vreest Caroline Copers. "Momenteel liggen vooral de ambtenaren onder vuur, voor wie de aanmoedigingspremies volledig verdwijnen. Maar ook in de social profit sector wil Muyters snoeien. En op termijn is het einddoel om 'de systemen te harmoniseren'. Lees: overal alles afschaffen? We gaan dus op termijn terug naar een Vlaanderen waarin viervijfde of deeltijds gaan werken een privilege wordt voor wie veel verdient," concludeert Copers.

Zoek op trefwoord

werkbaar werk